Staan ze me Terzijde

Hoor machines
Zachtjes ruisen
In het huis
Waarin ik woon
Koelen
Wassen drogen
En verwarmen
Zachtjes en
Bescheiden
Piepend
Als hun
Taak gedaan is
Staan ze me terzijde

Zie heilige
Rook kringelen
Richting lamp
Als een
Soort van
Eerbetoon
Aan de mot die
Licht gevonden
Wordt geconfronteerd
Met de warmte en
Aldus
Gecremeerd

Voel hoe mijn
Vingers
Letters
Tasten
En
Zinnen rijgen
Uit mijn
Brein ontsnapt en
Net op tijd
Gevangen

Denk aan haar
Lach en aan
Haar billen
Die Warm verborgen
Onschuld stralen
En zacht gloeien
Weet Volle
Maan
Aanwezig in haar
Geile dromen

Sjamaandigitaal