Monday, October 02, 2006

Erbarmen

Sliep vandaag tot de doem die hing als droom achter gelaten weer in achtergrond verging. Maandag 2 oktober, niet te geloven.

De rest van de dag, drukte grijs te nadrukkelijk aanwezig, wat er restte aan licht, naar de marge en soms bij naar buiten blikken viel regen in pijpenstelen gorgelend naar beneden.

Wilde feitelijk slechts herstellen, van wat zich als kiem had genesteld en langzaam begon te rellen in mijn buik en hoofd, waar ik onrust voelde zwellen die drastisch demping gebood.

Belde mijn moeder in de hoop dat kontact met de basis wellicht de rust zou doen keren waar ze dringend genood was.

De kleine vrouw, waarvan ik zielsveel houd ratelde gedurende minuten over de routes die ze wandelde en de mensen die ze sprak en dat mijn broer die dag zou komen om te eten om tijdelijk de misère die hem omringt te vergeten in de vorm van een maaltijd en wat sterke drank. Kalmte nader, wenste ik haar het beste.

Scharrelde de resten nog overvloedig aanwezig, na de weekend bacchanalen, bij elkaar en prepareerde een maaltijd, waar hongerige jongensmagen dra, van zouden schrokken.

Schonk mezelf, om dorst te dempen die smeulde, een flesje Brand. Zo zit ik hier, zonder dat ik dat feitelijk wilde toch weer aan het bier, wellicht een veeg teken…

Ik troost mezelf met de gedachte, dat over koud een week of vier ik God dank weer mag verreizen naar een tropisch oord op Borneo gelegen, waar het weliswaar ook regent, maar Hij daarbij erbarmen toont door als het ware gulle lauwe tranenstromen naar beneden te doen dwingen, in de gesel van een stroom, die zegen lijkt te brengen.

Verlang naar demping van de pijn die als een gloeierig gevoel mijn wezen penetreert om daar te hangen in venijn.

Wil slechts de warmte van dichtbij en nader zijn van troost en liefde. Lauwe armen om me heen.

Erbarmen.

Sjamaandigitaal 02106